Johann Sebastian Bach was een uitmuntend organist - zijn weg had hem gemakkelijk naar het operatoneel kunnen leiden.
Bach koos echter voor een ander carrièrepad: van organist in Arnstadt en Mühlhausen via hofbenoemingen in Weimar en Köthen naar het cantoraat van St. Thomas in Leipzig. Daar moest hij de muzikale verkondiging van de Schrift in de hoofdkerken organiseren.
In deze periode componeerde hij in Leipzigde Matthäus Passion - een werk waarvan de muzikale eisen veel verder gingen dan verwacht.
Met een indrukwekkende structuur, zorgvuldig gekozen toonsoorten, vakkundig geplaatste koren en diepgaande expressie creëerde Bach een samenhangend meesterwerk dat bij de première in 1729 aanvankelijk op weinig bijval kon rekenen.
Pas een eeuw later bracht Felix Mendelssohn Bartholdy de passie tot nieuw leven in de Berlijnse Singakademie. Sindsdien wordt het beschouwd als het hoogtepunt van de westerse muziek - voorbij alle denominaties.
Solisten:
Reginaldo Pinheiro, Evangelist
Christopher Jähnig, Christus
Julia Danz, sopraan
Henriette Gödde, alt
Michael Nowak, tenor
Lars Conrad, bas
Koren:
Konzertchor Lippstadt
Konzertchor des Städt. Muziekvereniging Hamm
Orkest: N.N.
Dirigent: Burkhard A. Schmitt