Bernhard heeft het gevoel dat hij het leven heeft gemist. Geen vrouw, saaie baan, geen ambities. Na een mislukte poging om bij een auto-ongeluk om het leven te komen, wil hij nu uit het raam springen. Maar ook deze poging mislukt omdat er plotseling een vreemdeling aan de voordeur van de 38-jarige staat. De bezoeker houdt meteen een pistool tegen Bernhards gezicht en dreigt hem neer te schieten. Maar wanneer de eigenzinnige moordenaar aarzelt, moedigt Bernhard hem aan. Er ontstaat een potsierlijke dialoog tussen de twee mannen over de redenen voor de zelfmoord van de een en de aanwezigheid van de ander. Ondertussen maakt Bernhard ook kennis met Clara, die boven hem woont en al lang heimelijk door hem aanbeden wordt. Wanneer hij voorzichtig toenadering zoekt, is er meteen een vonk tussen hen. En wanneer Bernhard eindelijk beseft met wie hij al die tijd heeft gediscussieerd, is het al "één tweeëntwintig voor het einde"...